Regionale samenwerking nodig voor sport en bewegen door mensen met een beperking

Regionale samenwerking nodig voor Sport en bewegen door mensen met een beperking

In vervolg op het Nationaal Sportakkoord werken iets meer dan de helft van de 355 Nederlandse gemeenten aan een lokaal sportakkoord. Eén van de pijlers van het Nationaal Sportakkoord is ‘inclusief sporten en bewegen’. Dat wil zeggen dat iedere Nederlander een leven lang plezier beleeft aan sporten en bewegen. Ongehinderd door leeftijd, lichamelijke of geestelijke gezondheid, etnische achtergrond, seksuele geaardheid of sociale positie. In dit artikel schetsen we de omvang en sportdeelname van mensen met een beperking en reiken we tools en voorbeelden aan om inclusief sporten en bewegen mogelijk te maken.

Het exacte aantal mensen met een beperking is lastig vast te stellen. Dat komt deels omdat er verschillende definities worden gebruikt. Bovendien bestaat er geen centrale registratie van mensen met een beperking in al hun verscheidenheid. Dat verklaart ook waarom onderzoeken vaak uiteenlopende cijfers laten zien. Voor lichamelijke beperkingen geldt dat het toeneemt naarmate iemand ouder wordt. Verder hebben over het algemeen meer vrouwen dan mannen een matige of ernstige lichamelijke beperking.

Nederland telt in 2017 ruim 1,2 miljoen Nederlanders met een matige of ernstige lichamelijke beperking in de leeftijd van 12 tot 75 jaar. Naar schatting hebben 142.000 mensen een verstandelijke beperking, waarvan ongeveer 68.000 mensen een matige of ernstige beperking heeft. Naar schatting heeft 3.5 % van de kinderen en jongeren tot 18 jaar een beperking. In 2018 waren dit ruim 68.400 kinderen en jongeren.

Sportdeelname en sportaanbod

Bij meer dan 2.600 sportaanbieders in Nederland kunnen mensen met een beperking sporten. Toch blijft de sportdeelname van deze groep nog altijd achter. Bij mensen zonder beperking sport 58% wekelijks. Voor mensen met een beperking ligt dit tussen de 23% en 39%. Enigszins verklaarbaar want het is voor hen vaak lastiger om passend sportaanbod dichtbij huis te vinden.

Illustratie Infographic (5 cirkels) PERCENTAGE MENSEN MET EEN BEPERKING DIE MINSTENS EENS PER WEEK SPORTEN: 38% VISUEEL GEHANDICAPTEN- 39 % VERSTANDELIJK, 23% MOTORISCH, 36% AUDITIEF EN 58% MENSEN ZONDER BEPERKINGI

Samen met anderen kom je verder. Vijf tips voor bestuurders of trainers bij een sportvereniging om aangepast sporten te organiseren of te versterken.

  1. Zoek contact met de gemeente, een sportservice organisatie of sportbedrijf en verken samenwerkingsopties
  2. Check welk aanbod er in de omgeving is en voor wie
  3. Onderzoek waar mensen met een beperking wonen en wat ze graag willen doen
  4. Bepaal voor wie je sport en bewegen gaat organiseren
  5. Maak binnen je organisatie de aanleiding om te starten helder en maak verbindingen met potentiële samenwerkingspartners

Scan & Match, vraag- en aanbodscan voor mensen met een beperking

Om de match tussen de sport- en beweegwens van mensen met een beperking en het sport- en beweegaanbod in de regio te verbeteren is goede informatie van belang.

Als individuele vereniging is het vaak lastig om een goed overzicht te maken van bestaand sport- en beweegaanbod in wijk, gemeente of regio. Bij sommige gemeenten zijn die gegevens soms wel goed vindbaar en actueel. Het vinden van een antwoord op de vraag waar mensen met een beperking wonen of verblijven is voor een individuele vereniging ook een lastige puzzel. Zoek hierbij samenwerking met de gemeente of een sportbedrijf. Het is zonde wanneer een vereniging een speciaal aanbod ontwikkeld heeft, zonder dat duidelijk is of er potentiële sporters met een beperking in de buurt wonen. Gebruik van het instrument ‘Scan & Match: vraag- en aanbodscan voor mensen met een beperking’ zorgt voor een betere match tussen vraag en aanbod .

Scan & Match is een analyse instrument van Kenniscentrum Sport en RIVM dat gemeenten of sportservice organisaties kunnen gebruiken om beleidskeuzes op het gebied van sport en bewegen door mensen met een beperking voor te bereiden. Scan & Match geeft inzicht in het huidige gemeentelijk beleid, waar mensen mensen met een beperking in de gemeente te vinden zijn, welke sport- en beweegaanbieders aanbod hebben en in hoeverre er al een match is tussen vraag en aanbod. De uitkomsten zijn te gebruiken als bouwstenen voor nieuw beleid en ter inspiratie bij het ontwikkelen van sport en beweegactiviteiten voor specifieke deelnemersgroepen.

Praat mee bij de ontwikkeling van lokale sportakkoorden
Inmiddels wordt in 174 Nederlandse gemeenten gewerkt aan een lokaal sportakkoord. Sportformateurs nodigen sport- en beweegaanbieders en maatschappelijke organisaties uit om met elkaar een lokaal sportakkoord te ontwikkelen. De behoefte en mogelijkheden van (potentiële) sporters staat hierbij centraal. Hoe verloopt het in jouw gemeente? Sluit aan bij het overleg en praat mee, als sportbestuurder, als trainer of natuurlijk als sporter zelf.

Scan & Match in de Haarlemse praktijk

Een mooi verhaal uit de praktijk komt uit Haarlem. De gemeente wilde nieuw beleid ontwikkelen voor sport en bewegen voor mensen met een beperking. Ter voorbereiding vroeg de gemeente Stichting SportSupport onderzoek te doen naar aangepast sporten in (de regio) Haarlem. SportSupport heeft samen met de opleiding Sportkunde, een Scan & Match uitgevoerd voor vier gemeenten in de regio Zuid-Kennemerland. Aanvullend voerden zij gesprekken met de gemeenten en met verenigingen. Ook vroegen ze (potentiële) sporters naar hun sport- en beweegwensen.

Dennis van der Snoek, coördinator Aangepast Sporten bij Stichting SportSupport, is bij het onderzoek betrokken. ‘Onze ambitie is dat alle mensen met een beperking in de gemeente Haarlem uit een ruim en gedifferentieerd sport- en beweegaanbod kunnen kiezen. Je ziet bijvoorbeeld dat er weinig aanbod is bij watersporten en bij bepaalde teamsporten. Met het onderzoek werd duidelijk voor welke doelgroepen en in welke gebieden kansen zijn.’

Waar individuele mensen met een beperking wonen of verblijven is met de Scan & Match niet te achterhalen. ‘De uitkomst van het onderzoek was aanleiding om met de gemeente te spreken over samenwerking met Wmo’, vertelt Dennis, ‘Zij hebben zicht op individuele mensen met een beperking. Het zou mooi zijn als we die mensen ook kunnen verwijzen naar sport en bewegen.’

Inmiddels heeft de gemeente Haarlem alle sport- en beweegaanbieders gevraagd op welke manier zij zich maatschappelijk willen inzetten en wat zij kunnen betekenen voor sporters met een beperking. ‘Zodra we deze informatie hebben, bespreken we met verenigingen hoe we hen kunnen adviseren en begeleiden bij het ontwikkelen van aanbod. VISIO, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen, organiseert binnenkort een training voor verenigingen die mensen met een visuele beperking gaan begeleiden’, vertelt Dennis. Ook met revalidatiecentrum Heliomare verkent SportSupport een dergelijke samenwerking. ‘Hier zijn we heel blij mee, op deze manier faciliteren we sport- en beweegaanbieders en realiseren we op termijn met elkaar een breed, divers en kwalitatief goed aanbod voor mensen met een beperking.’

Regionale samenwerking is essentieel

Het onderzoek van SportSupport is uitgevoerd bij meerdere gemeenten in de regio Zuid-Kennemerland. Wanneer in een buurt slechts een klein aantal sporters met een specifieke beperking woont, is het moeilijk om voldoende sporters te vinden voor een volledig team. Regionale samenwerking over gemeentegrenzen heen biedt uitkomst. Welke partijen in de regio richten zich op mensen met een beperking? Denk aan de gemeente, sportservicebureaus, welzijnsorganisaties, sport- en beweegaanbieders, zorgorganisaties en onderwijsinstellingen. Wanneer organisaties uit de sport, zorg en het sociale domein intensief samenwerken is een goede match van vraag en aanbod beter te bereiken.

Sandra van Wijhe-Faase is bij Team Sportservice provincie Utrecht als regio-coördinator ‘aangepast sporten’ actief voor zo’n regionaal samenwerkingsverband tussen een aantal gemeenten. ‘De regio Lekstroom bestaat uit vijf totaal verschillende gemeenten met uiteenlopende inwoneraantallen’, vertelt ze. ‘Ook het aangepaste aanbod verschilt enorm.’ Afstemming van vraag en aanbod is binnen dit werkveld cruciaal. ‘Het is jammer als twee sportaanbieders van naburige gemeenten energie steken in specifiek aangepast aanbod, maar vervolgens allebei geen team van de grond kunnen krijgen. Niet alleen voor de aanbieders, maar juist voor de potentiële deelnemers is dit jammer.’ In de regio Lekstroom spelen in alle gemeenten buurtsportcoaches een actieve rol bij aangepast sporten. ‘De samenwerking tussen deze buurtsportcoaches is binnen het samenwerkingsverband cruciaal; ”alleen ga je sneller, maar samen kom je verder” is een gezegde wat hier zeker op zijn plaats is.’

Aandacht voor de vraagkant is minstens zo belangrijk als aandacht voor het aanbod. Wat wil de sporter met een beperking zelf? ‘Belangrijk is dat de coördinator en de buurtsportcoaches luisteren naar de potentiële sporter’, aldus Sandra. ‘We nemen dat mee in individuele sportadvies trajecten en we voeren ook regiobreed een behoefteonderzoek uit’. Het is uitermate belangrijk om het netwerk van alle in de regio actieve partijen aan elkaar te verbinden. ‘Bijna alle zorgorganisaties, revalidatiecentra, ziekenhuizen en (speciaal) onderwijsinstellingen werken over gemeentegrenzen heen. Vervoer is ook een voorbeeld van een regelmatig terugkerend onderwerp binnen het aangepast sporten. Dit overstijgt ook de gemeentegrenzen. Alle betrokkenen moeten elkaar wel goed kunnen vinden om het optimale resultaat voor de potentiële sporter te bereiken.’

‘Als wij als samenwerkingsverband voor elkaar krijgen dat verschillende afdelingen van regiogemeenten samenwerken en dat alle partijen in het sport en beweegdomein elkaar weten te vinden, wordt het matchen van vraag en aanbod nog succesvoller.’

Kijk ook eens in de Kennisbank Sport en Bewegen voor meer publicaties over beweegaanbod voor mensen met een beperking.